Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 103
Appeldagvaarding niet juist betekend.
HR 15-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8377
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00387/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ8377
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8377, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2009
Essentie
Appeldagvaarding niet juist betekend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 26 augustus 2005, nummer 22/007589-04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [Betrokkene]. Adv. mr. M.A.R. Schuckink Kool, te ‘s-Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. M.A.R. Schuckink Kool, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.