Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 104
Appeldagvaarding niet juist betekend.
HR 15-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8380
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00390/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ8380
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8380, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ8380, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2009
Essentie
Appeldagvaarding niet juist betekend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 26 augustus 2005, nummer 22/007588-04, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. M.A.R. Schuckink Kool, te ‘s-Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.A.R. Schuckink Kool, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.