Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 89
‘Onttrekken’ aan beslag als bedoeld in art. 198.1 Sr heeft voldoende feitelijke betekenis
HR 22-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK2866
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
01565/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BK2866
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK2866, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK2866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2009
- Wetingang
Sr art 198 lid 1; Sv art. 261 lid 1 en 2
Essentie
De in de tenlastelegging gebezigde, aan art. 198 lid 1 Sr ontleende term ‘onttrekken’ (van enig goed aan beslag) heeft voldoende feitelijke betekenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 februari 2007, nummer 21/005479-05, in de strafzaak tegen: P.K. Adv. mr. R. Gijsen, te Maastricht.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1.
Het middel behelst de klacht dat het Hof het verweer strekkende tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd heeft verworpen.
2.2.
Aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.