Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 76
Afwijzing verzoek getuige te horen niet zonder meer begrijpelijk.
HR 15-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9783
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, M.A. Loth
- Zaaknummer
07/10760
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BJ9783
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ9783, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2009
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft het verzoek om A. als getuige te horen afgewezen op de grond dat de noodzaak daartoe niet is gebleken. Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat de getuige en niet de verdachte vanaf 4 maart 2003 feitelijk verantwoordelijk was voor de in de tenlastelegging bedoelde gedragingen. In dat licht is 's Hofs oordeel dat het verzoek moet worden afgewezen omdat ‘het daartoe geen noodzaak aanwezig acht nu noch uit de stukken, noch uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep aannemelijk is geworden dat de uitschrijving in de registers van de Kamer van Koophandel (op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.