Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 36
Werkgeversaansprakelijkheid; arbeidsongeval; zorgplicht werkgever; causaliteitsverweer; stelplicht en bewijslast. Cassatiemiddel mist belang. Deelvonnis.
HR 18-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8337
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04542
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BJ8337
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8337, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ8337, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2008
- Wetingang
BW art. 6:162, art. 7:611
Essentie
Werkgeversaansprakelijkheid; arbeidsongeval; zorgplicht werkgever; causaliteitsverweer; stelplicht en bewijslast. Cassatiemiddel mist belang. Deelvonnis.
Het vonnis waarbij voor recht is verklaard dat werkgeefster aansprakelijk is voor het litigieuze bedrijfsongeval en waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor verder debat over de omvang van de vordering, is wat betreft het oordeel over de aansprakelijkheid een eindvonnis.
Het cassatiemiddel dat klaagt dat het hof is voorbijgegaan aan het verweer met bewijsaanbod van werkgeefster dat een waarschuwing of verbod van haar niet van invloed zou zijn geweest op het gedrag van werknemer, kan bij gebrek aan belang niet tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.