Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/399
EEX-Verordening. Rechterlijke bevoegdheid inzake door consumenten gesloten overeenkomsten; hoedanigheid van ‘consument’ in de zin van art. 15; cessie tussen consumenten van rechten die zij kunnen doen gelden ten aanzien van eenzelfde ondernemer; forum actoris van art. 16 lid 1.
HvJ EU 25-01-2018, ECLI:EU:C:2018:37 (Schrems)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
25 januari 2018
- Magistraten
L. Bay Larsen, J. Malenovský, M. Safjan, D. Šváby, M. Vilaras
- Zaaknummer
C-498/16
- Conclusie
A-G M. Bobek
- Roepnaam
Schrems
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:37, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 25‑01‑2018
ECLI:EU:C:2017:863, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2017
- Wetingang
Art. 15, 16 Brussel I
Essentie
Maximilian Schrems tegen Facebook Ireland Limited.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 20 juli 2016. EEX-Verordening. Rechterlijke bevoegdheid inzake door consumenten gesloten overeenkomsten; hoedanigheid van ‘consument’ in de zin van art. 15; cessie tussen consumenten van rechten die zij kunnen doen gelden ten aanzien van eenzelfde ondernemer; forum actoris van art. 16 lid 1.
Art. 15 EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat een gebruiker van een particuliere Facebookaccount niet de hoedanigheid van “consument” in de zin van deze bepaling verliest wanneer hij boeken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.