Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/254
Bepaling bij last tot tenuitvoerlegging dat de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie als gevangenisstraf wordt tenuitvoergelegd, is toegestaan.
HR 26-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:101
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/00462
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:101, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2558, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2015
- Wetingang
Art. 77k, 77dd lid 3 Sr
Essentie
De klacht dat het hof ingevolge art. 77k Sr niet bevoegd was reeds bij zijn last tot tenuitvoerlegging te bepalen dat de jeugddetentie als gevangenisstraf wordt tenuitvoergelegd, miskent dat — gelet op de wetsgeschiedenis — sedert de inwerkingtreding van art. 77dd lid 3 Sr op 1 februari 2008 een vordering in de zin van art. 77k Sr niet meer is vereist voor de omzetting van jeugddetentie in gevangenisstraf indien het gaat om de tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie. Zo een vordering is sedertdien alleen nog vereist voor de omzetting van onvoorwaardelijk opgelegde jeugddetentie.