Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/241
Faillissement en stil pandrecht op vorderingen op naam; door curator onrechtmatig geïnde vorderingen; boedelvordering pandhouder; voorrang boven kosten executie en vereffening waaronder salaris curator? Persoonlijke aansprakelijkheid curator; maatstaf.
HR 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:199 (Rabobank/Verdonk)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/06068
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Rabobank/Verdonk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:199, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2014
- Wetingang
Art. 3:277 BW
Essentie
Faillissement en stil pandrecht op vorderingen op naam; door curator onrechtmatig geïnde vorderingen; boedelvordering pandhouder; voorrang boven kosten executie en vereffening waaronder salaris curator? Persoonlijke aansprakelijkheid curator; maatstaf.
Ingeval de curator activiteiten heeft verricht gericht op incasso van verpande vorderingen terwijl hij dat tegenover de Bank als stille pandhouder had behoren na te laten, heeft de Bank een boedelvordering met de aan haar pandrecht verbonden voorrang voor de afdracht aan haar van hetgeen de curator als gevolg van zijn activiteiten heeft ontvangen. Er bestaat geen grond de curator verplicht te achten zo spoedig mogelijk uit de beschikbare middelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.