Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/266
Profijtontneming. Motiveringseisen aan het gebruik van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt.
HR 02-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:164
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/02260
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:164, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2595, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2015
Essentie
Profijtontneming. Motiveringseisen aan het gebruik van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 maart 2014, nummer 20/002948-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene]. Adv.: mr. J.L.E. Marchal, te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 6 maart 2014 het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € ​11.000 en de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.