Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/256
Onttrekken van een minderjarige aan het opzicht van de moeder.
HR 26-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:111
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05705
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:111, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2570, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑08‑2014
- Wetingang
Art. 279 Sr
Essentie
Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte in de bewezenverklaarde periode van 25 april 2013 tot en met 6 juli 2013 zijn minderjarige dochter onder zich heeft gehouden en niet wilde voldoen aan het bevel van de Rechtbank Amsterdam — gegeven bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van 20 maart 2013 — dit kind af te geven aan de moeder aan wie het kind bij voornoemde beschikking met onmiddellijke ingang was toevertrouwd, omdat de verdachte de beslissing van de rechter te Mostar wilde afwachten. Gelet daarop heeft het hof kunnen oordelen dat de verdachte zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.