Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1305
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Schadevergoedingsvordering wegens schending van in vaststellingsovereenkomst opgenomen ‘procedeerverbod’. Afwijking van art. 241 Rv jo. 6:96 lid 3 BW?
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2166
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/04830
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2166, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1034, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Schadevergoedingsvordering wegens schending van in vaststellingsovereenkomst opgenomen ‘procedeerverbod’. Afwijking van art. 241 Rv jo. 6:96 lid 3 BW?
Partij(en)
23 november 2018
Eerste Kamer
17/04830
LZ/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. D-AGE B.V., gevestigd te Amersfoort,
2. DIAVOLEZZA B.V., gevestigd te Baarn,
3. [eiser 3], wonende te [woonplaats],
4. [eiseres 4], wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
NETHAVE N.V., gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.