Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1296
Cassatie. Onteigening. Cassatietermijn ingevolge regelgeving digitaal procederen (vanaf 1 maart 2017); art. 52 en 53 Ow; termijn van twee en zes weken; art. 112 lid 1 Rv niet van toepassing.
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2161
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01118
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Onteigeningsrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2161, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1031, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2018
- Wetingang
Essentie
Cassatie. Onteigening. Cassatietermijn ingevolge regelgeving digitaal procederen (vanaf 1 maart 2017); art. 52 en 53 Ow; termijn van twee en zes weken; art. 112 lid 1 Rv niet van toepassing.
Op deze cassatieprocedure is de op 1 maart 2017 in werking getreden regelgeving inzake digitaal procederen van toepassing. Ingevolge art. 53 lid 1 Ow dienen eisers tot cassatie, die hun cassatieverklaring binnen de in art. 52 lid 2 Ow voorgeschreven termijn van twee weken na de uitspraak ter griffie van de rechtbank hebben afgelegd, die verklaring en het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.