Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1292
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Faillissementsrecht. Pandrecht. Kan bank die openbaar pandrecht heeft op al hetgeen de rekeninghouder van de bank te vorderen heeft, zich na het peilmoment van art. 54 Fw verhalen op in rekening-courant geboekte betalingen door derden die gevolg zijn van niet aan bank verpande vorderingen? Art. 54 Fw; zelfde ratio bij overneming van schuld als bij overneming van vordering; voorkomen van ongerechtvaardigde bevoordeling boven andere schuldeisers; positie banken in het girale betalingsverkeer.
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2189
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01846
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2189, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2018
- Wetingang
Art. 54 Fw
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Faillissementsrecht. Pandrecht. Kan bank die openbaar pandrecht heeft op al hetgeen de rekeninghouder van de bank te vorderen heeft, zich na het peilmoment van art. 54 Fw verhalen op in rekening-courant geboekte betalingen door derden die gevolg zijn van niet aan bank verpande vorderingen? Art. 54 Fw; zelfde ratio bij overneming van schuld als bij overneming van vordering; voorkomen van ongerechtvaardigde bevoordeling boven andere schuldeisers; positie banken in het girale betalingsverkeer.
Bij faillissement van de rekeninghouder verzet art. 54 Fw zich ertegen dat de bank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.