De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/8.9.3:8.9.3 Getuigschrift
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/8.9.3
8.9.3 Getuigschrift
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS387256:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
LAG Art. v.30-03-2001, A2:4 5a 1485/00.
Na afgifte van een 'einfaches Zeugnis' kan alleen nog onder bijzondere omstandigheden afgifte van een 'qualifiziertes Zeugnis' worden verlangd. LAG Kfiln RhPf art. v.2-1-2003, Az:10 Sa405/02.
BGH 26-11-1963, DB 1964, S.517. Zie ook G. Schaub, Arbeitsrecht Handbuch, systematische Darstellung und Nachschlagewerk ffir die Praxis, 13 neubearbeite Auflage, C.H. Beck, Verlag München 2009, § 146 Rn. 28.
BAG 14 oktober 2003-9 AZR 12/03.
LAG Ktiln Urt v. 8-2-2009, Az 13 Sa 1050/99.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een werknemer heeft bij het einde van het dienstverband recht op een getuigschrift (§ 630 BGB). Ook bij kortdurende dienstverbanden kan hierop aanspraak worden gemaakt.1 Het kan een eenvoudig getuigschrift betreffen waarin slechts wordt vermeld wat de aard van de verrichte werkzaamheden was en de duur ervan (einfaches Zeugnis). Naast deze vermeldingen kan de werknemer echter ook verlangen dat in het getuigschrift opgave wordt gedaan van de wijze waarop deze zijn werkzaamheden heeft verricht en diens gedrag (Qualifiziertes Zeugnis).2 Het Bundesarbeitsgericht heeft een aantal eisen aan een getuigschrift gesteld. Zo mag de uiterlijke vorm van een getuigschrift niet de indruk wekken dat de werkgever zich van de inhoud van het door hem afgegeven getuigschrift distantieert. Voorts dient het getuigschrift overeenkomstig de waarheid te zijn opgesteld en dient het feiten en omstandigheden te vermelden die voor de totale beoordeling doorslaggevend zijn. Een opvolgend werkgever heeft recht op schadevergoeding als het getuigschrift door een onjuiste weergave van feiten een te positief beeld over de (ex-)werknemer verschaft (§ 826 BGB). Tot slot dient het getuigschrift met de nodige welwillendheid te worden opgesteld, zodat een werknemer er voor zijn toekomstige carrièrevorming niet onnodig door wordt belemmerd.3 Dit houdt in dat de beoordelingen in het getuigschrift op constructieve wijze dienen te worden geformuleerd. In Duitsland is het gebruikelijk om hierbij een beoordelingsschaal te hanteren, waarbij de arbeidsprestatie wordt gewaardeerd op een schaal van 1 (sehr gut) tot en met 6 (Note 5=Mangelhaft en Note 6=Ungenügend). Een gemiddelde beoordeling (durchschnittlliche Bewerbung, Note 3=Befriedigend) geldt hierbij als uitgangspunt. Als een werknemer in aanmerking wil komen voor een bovengemiddelde beoordeling, dient hij feiten en omstandigheden te bewijzen die tot de conclusie kunnen leiden dat hij bovengemiddeld heeft gepresteerd. In het geval de werkgever echter de arbeidsprestatie in het getuigschrift als onder het gemiddelde wil omschrijven (Note 3 of slechter), dient hij te bewijzen dat de arbeidsprestatie onder het gemiddelde lag.4
Als het getuigschrift onjuiste voorstellingen of beweringen bevat, kan de werknemer van de werkgever een nieuw getuigschrift verlangen. Als de werkgever niet aan dit verzoek voldoet, kan de werknemer in een arbeidsrechtelijke procedure eisen dat de werkgever een nieuw getuigschrift afgeeft. Ook is de rechter (Arbeitsgericht) bevoegd om zelfstandig een nieuw getuigschrift te formuleren. Een vordering tot afgifte van een getuigschrift verjaart na drie jaren (§ 195 BGB). Een vordering tot wijziging van een reeds afgegeven getuigschrift werd door het Bundesarbeitsgericht ontzegd, omdat deze eerst tien maanden na afgifte van het getuigschrift werd ingesteld. Bij dit oordeel werd de omstandigheid meegewogen dat de opsteller van het getuigschrift gedurende de gehele periode van tien maanden bereikbaar was.5