Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1173
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. mishandeling. Gelet op aan HR gezonden stukken, i.h.b. een e-mail van verdachte gehecht aan de ‘Akte instellen hoger beroep’, is oordeel hof dat door of namens verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend en dat verdachte mede daarom ex art. 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk wordt verklaard in h.b. niet zonder meer begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1645
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/05005
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1645, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:750, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Essentie
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. mishandeling. Gelet op aan HR gezonden stukken, i.h.b. een e-mail van verdachte gehecht aan de ‘Akte instellen hoger beroep’, is oordeel hof dat door of namens verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend en dat verdachte mede daarom ex art. 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk wordt verklaard in h.b. niet zonder meer begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/05005
Datum 27 oktober 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.