RvdW 2020/1172:Mishandeling door aangever met twee handen tegen de borst te duwen waardoor aangever hard op de grond viel, art. 300 Sr. Het oordeel van het hof dat deze duw buitenproportioneel is geweest, is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat het hof heeft vastgesteld dat een dreigend gevaar voor een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van verdachte was ontstaan, nadat aangever boos op verdachte was afgelopen en zeer dicht op hem was gaan staan terwijl aangever hem (schreeuwend) aansprak, terwijl verdachte klem stond tussen zijn auto en aangever en daardoor niet kon weglopen. Volgt vernietiging en terugwijzing.