Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1172
Mishandeling door aangever met twee handen tegen de borst te duwen waardoor aangever hard op de grond viel, art. 300 Sr. Het oordeel van het hof dat deze duw buitenproportioneel is geweest, is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat het hof heeft vastgesteld dat een dreigend gevaar voor een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van verdachte was ontstaan, nadat aangever boos op verdachte was afgelopen en zeer dicht op hem was gaan staan terwijl aangever hem (schreeuwend) aansprak, terwijl verdachte klem stond tussen zijn auto en aangever en daardoor niet kon weglopen. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1685
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2020
- Magistraten
Mrs J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/04379
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1685, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:784, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Essentie
Mishandeling door aangever met twee handen tegen de borst te duwen waardoor aangever hard op de grond viel, art. 300 Sr. Het oordeel van het hof dat deze duw buitenproportioneel is geweest, is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat het hof heeft vastgesteld dat een dreigend gevaar voor een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van verdachte was ontstaan, nadat aangever boos op verdachte was afgelopen en zeer dicht op hem was gaan staan terwijl aangever hem (schreeuwend) aansprak, terwijl verdachte klem stond tussen zijn auto en aangever en daardoor niet kon weglopen. Volgt vernietiging en terugwijzing. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.