Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1167
Ontucht plegen ‘met’ iemand beneden de leeftijd van zestien jaren door dertienjarig meisje te bewegen tot het maken en aan verdachte toesturen van naaktfoto’s, art. 247 Sr. HR herhaalt overwegingen uit HR 30 november 2004, NJ 2005/184, m.nt. Mevis m.b.t. ontucht plegen ‘met’ iemand beneden de leeftijd van zestien jaren a.b.i. art. 247 Sr zonder lichamelijke aanraking en vereiste van relevante interactie. Dat verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd ‘met’ A kan i.c. niet z.m. worden afgeleid uit bewijsvoering, in aanmerking genomen dat weliswaar is vastgesteld dat verdachte via social media aan A heeft verzocht naaktfoto’s toe te sturen, maar niets waaruit kan volgen dat verdachte enige concrete bemoeienis heeft gehad met wijze waarop A dat verzoek uitvoerde en ook anderszins uit bewijsvoering niet kan worden afgeleid dat — ondanks ontbreken lichamelijk contact — zodanige interactie tussen verdachte en A heeft plaatsgevonden dat sprake is geweest van ontucht ‘met’ iemand, a.b.i. art. 247 Sr. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1675
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/03288
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1675, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2020
Essentie
Ontucht plegen ‘met’ iemand beneden de leeftijd van zestien jaren door dertienjarig meisje te bewegen tot het maken en aan verdachte toesturen van naaktfoto’s, art. 247 Sr. HR herhaalt overwegingen uit HR 30 november 2004, NJ 2005/184, m.nt. Mevis m.b.t. ontucht plegen ‘met’ iemand beneden de leeftijd van zestien jaren a.b.i. art. 247 Sr zonder lichamelijke aanraking en vereiste van relevante interactie. Dat verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd ‘met’ A kan i.c. niet z.m. worden afgeleid uit bewijsvoering, in aanmerking genomen dat weliswaar is vastgesteld dat verdachte via social media aan A ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.