Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/350
Beklag, beslag ex art. 94 en 94a Sv op bankrekeningen en een auto onder klager (in zijn hoedanigheid als de centrale persoon binnen de beslagen rechtspersonen) t.z.v. verdenking van betrokkenheid bij belastingfraude, verduistering, valsheid in geschrift en opzettelijk witwassen. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 03-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:324
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/01051 B
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:324, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:11, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2020
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 en 94a Sv op bankrekeningen en een auto onder klager (in zijn hoedanigheid als de centrale persoon binnen de beslagen rechtspersonen) t.z.v. verdenking van betrokkenheid bij belastingfraude, verduistering, valsheid in geschrift en opzettelijk witwassen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01051 B
Datum 3 maart 2020
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel van 9 januari 2019, nummers RK 18/720; RK 18/856a; RK 18/856b en RK 18/902, op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.