Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/430
Geen cassatiemiddelen ingediend, verdachte niet ontvankelijk.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:385
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.T. Boerlage, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/02469
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:385, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2018
Essentie
Geen cassatiemiddelen ingediend, verdachte niet ontvankelijk.
Partij(en)
20 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/02469
IV/CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 29 april 2016, nummer 23/003663-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 29 april 2016 door het gerechtshof Amsterdam in de zaak met parketnummer 15.700040-09 wegens 1. “witwassen, meermalen gepleegd”, 3. “opzettelijk als echte en onvervalste bankbiljetten die hij zelf heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.