Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/427
Slagende kwalificatieklacht. Niet is tenlastegelegd noch bewezenverklaard dat verdachte ‘opzettelijk’ in de zin van art. 161bis aanhef Sr heeft gehandeld. Voorts is het op lid 2 toegesneden bewezenverklaarde ten onrechte gekwalificeerd op lid 1.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:382
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/02376
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:382, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:70, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2018
Essentie
Slagende kwalificatieklacht. Niet is tenlastegelegd noch bewezenverklaard dat verdachte ‘opzettelijk’ in de zin van art. 161bis aanhef Sr heeft gehandeld. Voorts is het op lid 2 toegesneden bewezenverklaarde ten onrechte gekwalificeerd op lid 1.
Partij(en)
20 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/02376
NME/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 8 april 2016, nummer 23/001837-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. De verdachte is bij arrest van 8 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.