Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/442
Antilliaanse uitlevering. Motiveringsklacht met betrekking tot art. 9.3.b Uitleveringsverdrag Koninkrijk der Nederlanden-VS. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:399
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/03384 UA
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:399, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2018
Essentie
Antilliaanse uitlevering. Motiveringsklacht met betrekking tot art. 9.3.b Uitleveringsverdrag Koninkrijk der Nederlanden-VS. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
20 maart 2018
Strafkamer
nr. S 17/03384 UA
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een einduitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 23 mei 2017, nummer HAR 70/17, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.