Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/418
Diefstal van ‘goederen’: tenlastelegging voldoende duidelijk en feitelijk.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:394
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/05436
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:394, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:62, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Diefstal van ‘goederen’: tenlastelegging voldoende duidelijk en feitelijk.
Het hof kon oordelen dat de tenlastelegging ten aanzien van de diefstal met braak (subsidiair heling) van ‘goederen’ voldoende duidelijk en feitelijk omschreven is, waarbij het hof de inhoud van het dossier heeft kunnen betrekken, mede nu het verweer niet inhoudt dat onduidelijk is welke inbraak de verdachte wordt verweten, doch slechts dat de bij die inbraak ontvreemde goederen niet nader zijn omschreven.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 april 2016, nummer 22/003076-12, in de strafzaak tegen: S., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.