Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/423
Hoge Raad expliciteert hoe hij de ongelukkig gekozen bewoordingen van het hof met betrekking tot de strafmotivering — dat verdachte ook na het bewezenverklaarde feit ‘geen schoon strafblad heeft gehouden’ — verstaat en verwerpt het beroep.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:373
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/01012
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:373, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1592, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2017
Essentie
Hoge Raad expliciteert hoe hij de ongelukkig gekozen bewoordingen van het hof met betrekking tot de strafmotivering — dat verdachte ook na het bewezenverklaarde feit ‘geen schoon strafblad heeft gehouden’ — verstaat en verwerpt het beroep.
Partij(en)
20 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/01012
EGI/JHO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 27 januari 2016, nummer 21/007584-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.