Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/12.1.6:12.1.6 Verweerder doet een beroep op een ander rechtsgevolg (art. 150 Rv)
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/12.1.6
12.1.6 Verweerder doet een beroep op een ander rechtsgevolg (art. 150 Rv)
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691665:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
a Wat houdt het in indien verweerder een beroep doet op een ander rechtsgevolg?
Wil verweerder bevrijd worden van zijn verplichtingen dan zal verweerder een rechtsgevolg moeten inroepen. Hij zal moeten aangeven welke juridische consequentie hij aan zijn stellingen wil verbinden; hij zal moeten kiezen tussen de verschillende mogelijke rechtsgevolgen. Afhankelijk van het rechtsgevolg zal verweerder de feiten die benodigd zijn voor de rechtsgrond moeten vermelden en deze feiten concretiseren (nr. 142).
b In welk geval moet verweerder een eis in reconventie instellen om daarmee te bewerkstelligen dat de vordering van eiser strandt en in welk geval is een beroep op een bevrijdend verweer voldoende?
Een bevrijdend verweer en een eis in reconventie vertonen raakvlakken, maar dienen verschillende doelen. Verweerder zal een eis in reconventie moeten instellen indien hij een dictum nodig heeft van de rechter om zijn verweer te doen slagen (nr. 145).
Verweerder heeft geen eis in reconventie nodig ingeval hij een beroep doet op vernietigbaarheid van een rechtshandeling (art. 3:51 lid 3 BW), ingeval verweerder buitengerechtelijk een beroep op ontbinding heeft gedaan (art. 6:267 eerste volzin BW) of indien verweerder de gewenste schadevergoeding op grond van een ondeugdelijke prestatie (art. 6:74 BW) mag/kan verrekenen met de vordering van eiser. In die gevallen hoeft verweerder zijn beroep op een rechtsgevolg niet te formuleren in een eis in reconventie; een bevrijdend verweer ter zake is voldoende. Een beroep op een rechtsgevolg zal hij wel moeten doen, evenals de feitelijke gronden aanvoeren die gebaseerd zijn op een rechtsgrond. Het rechtsgevolg komt tot stand door de rechtsoverweging in de uitspraak waarbij het bevrijdend verweer wordt aanvaard en aanvaarding van een bevrijdend verweer heeft nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan gezag van gewijsde. Wenst verweerder naast ontbinding of vernietiging schadevergoeding dan zal hij een eis in reconventie moeten instellen (nr. 146).
c In hoeverre speelt het begrip ‘bevrijdend verweer’ een rol bij het leerstuk van een vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht?
Stelt eiser een vordering in waarbij hij beoogt vast te laten stellen dat een beweerde vordering van verweerder tot veroordeling tot een prestatie niet bestaat, dan is sprake van een vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht. Eiser doet een beroep op het rechtsgevolg dat een door verweerder gepretendeerde vordering tot veroordeling van eiser niet zou bestaan. Verweerder betwist dat de verbintenis niet zou bestaan, maar heeft op het bestaan van dit rechtsgevolg (nog) geen vordering gegrond. Lock en Asser zijn van mening dat de consequentie van het toelaten van een dergelijke verklaring voor recht is dat verweerder het bewijsrisico krijgt toebedeeld (een bevrijdend verweer). Om deze opvatting te toetsen zijn verschillende voorbeelden uit de rechtspraktijk geanalyseerd. Mijn conclusie is dat Lock en Asser gelijk hebben en dat verweerder het bewijsrisico krijgt van zijn pretense vordering. Het bewijsrisico, indien onzeker blijft of de vordering van verweerder bestaat, berust bij verweerder (nr. 149-153 met voorbeelden in nr. 154-157).
d Kan een vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht in alle gevallen worden ingesteld?
Het probleem dat bij een vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht de (nog afwachtende) wederpartij op een door eiser bepaald tijdstip een rechter krijgt opgedrongen, is naar mijn mening te ondervangen door een ontvankelijkheidsvoorwaarde te creëren voor eiser; een extra vereiste voor ontvankelijkheid van de vordering: eiser zal moeten stellen dat het aanhangig maken van de vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht voor eiser de enige mogelijkheid is om uitsluitsel over het geschilpunt tussen eiser en verweerder te krijgen (nr. 159).