RvdW 2024/349:Beklag ex art. 98 lid 4 jo. art. 552a Sv door advocatenkantoor tegen beschikking R-C ex art. 98 lid 3 Sv over toelaatbaarheid beslag i.v.m. verschoningsrecht, na beslag ex art. 94 Sv op (digitale) stukken en gegevens onder onderneming t.z.v. verdenking t.z.v. grootschalige fraude in voedselketen. Is kennelijke oordeel Rb dat door schifting R-C verschoningsrecht van klaagster voldoende is gewaarborgd toereikend gemotiveerd? Middel faalt. Redenen staan vermeld in RvdW 2024/315. Volgt verwerping.