HR, 12-03-2024, nr. 23/01634
ECLI:NL:HR:2024:317
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-03-2024
- Zaaknummer
23/01634
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:317, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024; (Cassatie)
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑03‑2024
Inhoudsindicatie
Beklag ex art. 98.4 jo. art. 552a Sv door advocatenkantoor tegen beschikking RC ex art. 98.3 Sv over toelaatbaarheid beslag i.v.m. verschoningsrecht, na beslag ex 94 Sv op (digitale) stukken en gegevens onder onderneming t.z.v. verdenking t.z.v. grootschalige fraude in voedselketen. Is kennelijke oordeel Rb dat door schifting RC verschoningsrecht van klaagster voldoende is gewaarborgd toereikend gemotiveerd? Middel faalt. Redenen staan vermeld in HR:2024:314. Volgt verwerping. Samenhang met 23/01615, 23/01617, 23/01618, 23/01619, 23/01620, 23/01621, 23/01622, 23/01625, 23/01626, 23/01627, 23/01628, 23/01632, 23/01633, 23/01635, 23/01636, 23/01639, 23/01640, 23/01641, 23/01642, 23/01643 en 23/01644.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/01634 Bv
Datum 12 maart 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, economische kamer, van 7 maart 2023, nummer RK 22/020761, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 98 lid 4 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster] N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: de klaagster.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te ‘s–Gravenhage, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer dat de rechtbank heeft nagelaten te onderzoeken of met de manier waarop de schifting van de inbeslaggenomen stukken en gegevens onder leiding van de rechter-commissaris heeft plaatsgevonden, in voldoende mate is gewaarborgd dat het verschoningsrecht van de klaagster niet wordt geschonden.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de beschikking die de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 23/01628 Bv, ECLI:NL:HR:2024:314.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2024.