Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/13.9
13.9 Schadevergoeding bij onrechtmatig beslag
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS379551:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HR 15 april 1965,NJ 1965, 331(Snel/TerSteege); HR 21 februari 1992, NJ 1992, 321, r.o. 3.2(Van Gastel q.q. c.s./Elink-Schuurman q.q.); HR 13 januari 1995, NJ 1997, 366 r.o. 4.2(Ontvanger/ Bos); HR 8 februari 2008, NJ 2008, 92, r.o. 5.4.3. (Bruns c.s./Golden Anchor Club c.s.).
HR 11 april 2003, NJ 2003, 440, r.o. 4.5.2. (Hoda International/Mondi Foods); HR 5 december 2003, NJ 2004 150, r.o. 3.4.2 (K/K c.s.).
Aldus ook: Rb. Alkmaar 19 augustus 2009, LJN BJ5669(Handelskwekerij B & L/Green Works International).
NJ 2005, 168, r.o. 2.5.3.
HR 30 oktober 1987, NJ 1988, 277 (M en I/X) over publicatie foto in naturistengids; HR 1 november 1991, NJ 1992, 58(K/Staat) over bekendmaking van strafrechtelijke gegevens; HR 9 juli 2004, NJ 2005, 391 (Gemeente Groningen/X c.s.).
Zie voor een voorbeeld: Rb. Alkmaar 19 augustus 2009, LJN BJ5669(HandelskwekerijB&L/ Green Works International), waarbij schadevergoeding niet werd toegekend omdat onvoldoende was gesteld om schadevergoeding te rechtvaardigen.
Voor beslagen geldt, dat op de beslaglegger een risico-aansprakelijkheid rust. Indien achteraf blijkt dat beslag is gelegd voor een niet bestaande vordering is de beslaglegger, bijzondere omstandigheden daargelaten, aansprakelijk uit onrechtmatige daad jegens degene op wiens recht het beslag inbreuk heeft gemaakt.1 Wordt de vordering waarvoor het beslag is gelegd, niet geheel, maar gedeeltelijk toegewezen, dan bestaat die aansprakelijkheid slechts, indien het leggen of onnodig handhaven van het beslag misbruik van recht vormt.2 Ik meen, dat die rechtspraak evenzeer van toepassing is op bewijsbeslag.3 Ik betwijfel of aan die rechtspraak veel betekenis toekomt bij bewijsbeslag: wanneer beslaglegging gepaard gaat met het maken van afschriften en teruggeven van de originelen zullen de aan beslaglegging toe te rekenen nadelige gevolgen veelal beperkt zijn tot het ongemak of ongerief verbonden aan beslaglegging. Dat geeft echter geen aanspraak op immateriële schadevergoeding: daarvoor is immers in het algemeen vereist dat beslaglegging leidt tot een in de psychiatrie erkend ziektebeeld,4 een naar objectieve maatstaven vaststelbaar geestelijk letsel5 of een (zeer) ernstige aantasting van de persoon.6 Slechts wanneer het bewijsmateriaal daadwerkelijk in beslag genomen wordt, kan er aanleiding zijn voor toekenning van schadevergoeding.7
Voor beslagen wegens inbreuk op IE-rechten bevat de wet in art. 1019g Rv de bepaling dat de rechter een passende schadevergoeding kan toekennen, indien het beslag ten onrechte is gelegd of het beslag is opgeheven dan wel voor zover de maatregel niet had behoeven te worden getroffen of indien wordt vastgesteld dat er geen inbreuk was gemaakt of dreigde. Deze bepaling geeft een discretionaire bevoegdheid tot toekenning van schadevergoeding en gaat derhalve ten onrechte minder ver, dan de naar Nederlands recht geldende risicoaansprakelijkheid. Veel maakt het allemaal niet uit, nu bewijsbeslag in de regel niet zal leiden tot voor vergoeding vatbare schade van betekenisvolle omvang.