NJ 2005, 168
Stelsel van rechtsmiddelen; samenloop request civiel en hoger beroep. Procesbeleid rechter. Aantasting van de persoon; psychische beschadigingen door gedrag wederpartij in zakelijk geschil; stelplicht.
HR 09-05-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF4606, m.nt. W.D.H. Asser
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 mei 2003
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/246HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
W.D.H. Asser
- LJN
AF4606
- JCDI
JCDI:ADS143329:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF4606, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑05‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF4606, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2003
- Wetingang
Rv art. 382 (oud); BW art. 6:106
Essentie
Stelsel van rechtsmiddelen; samenloop request civiel en hoger beroep. Procesbeleid rechter. Aantasting van de persoon; psychische beschadigingen door gedrag wederpartij in zakelijk geschil; stelplicht.
Vervolg op HR 24 maart 1995, NJ 1997, 569 m.nt. CJHB.
Aangezien in het eindvonnis van de Rechtbank in het dictum de afwijzing van de primaire vordering van thans eiser tot cassatie was opgenomen, kon eiser van deze afwijzing niet meer in hoger beroep komen, omdat hij tegen de eindbeslissing in het tussenvonnis waarop de afwijzing is gegrond reeds tevergeefs hoger beroep (en beroep in cassatie) had ingesteld en tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.