NJ 1997, 569
Precontractuele fase / afbreken onderhandelingen
HR 24-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1674, m.nt. C.J.H. Brunner (Beliën/Provincie Noord-Brabant)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman
- Zaaknummer
15570
- Conclusie
wnd. A-G Bloembergen
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1674
- Roepnaam
Beliën/Provincie Noord-Brabant
- JCDI
JCDI:ADS63067:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1674, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑1995
- Wetingang
BW art. 6:2; BW art. 6:162
Essentie
Precontractuele fase. Afbreken onderhandelingen.
Samenvatting
Het hof heeft geoordeeld dat te dezen geen sprake is van ‘afbreken van onderhandelingen’ in de zin welke aan dit begrip wordt gehecht in de desbetreffende rechtspraak van de Hoge Raad (o.m. HR 18 juni 1982, NJ 1983, 723; HR 23 okt. 1987, NJ 1988, 1017; HR 31 mei 1991, NJ 1991, 647). Dit oordeel heeft het hof uitsluitend daarop gebaseerd dat de gevoerde onderhandelingen in de ogen van partijen tot ‘definitieve afspraken’ hebben geleid. Daarbij heeft het hof het oog op de eerste en de tweede overeenkomst. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.