NJ 2008, 92
HR, 08-02-2008, nr. R06/074HR
HR 08-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB6196
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 februari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/074HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BB6196
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB6196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB6196, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2008
- Wetingang
Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen art. 1; BWNA art. 6:162
Essentie
Antillenzaak. Cassatie; ontvankelijkheid; devolutieve werking hoger beroep. Hoor en wederhoor i.v.m. producties; controle rechter. Ten onrechte gelegd beslag; aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad behoudens bijzondere omstandigheden.
Het betoog van verweerders in cassatie dat eisers tot cassatie niet ontvankelijk zijn in hun cassatieberoep voor zover het zich richt tegen verweerders sub 3 en 4, nu het middel geen klachten bevat tegen de afwijzing in hoger beroep van de tegen hen gerichte vorderingen, faalt. Immers, na eventuele vernietiging van het bestreden vonnis wegens gegrondbevinding van een tegen 's hofs oordeel omtrent de tekortkoming van de andere verweerders gerichte klacht, dient het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.