NJ 1992, 58
HR, 01-11-1991, nr. 14378
HR 01-11-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0393
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 1991
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Roelvink, Davids, Heemskerk, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
14378
- LJN
ZC0393
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0393, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1991
- Wetingang
EVRM art. 8; BW art. 1401; BW art. 1408
Essentie
Inbreuk persoonlijke levenssfeer (art. 8 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Vergoeding van immateriele schade. Samenloop van art. 1401 en 1408 BW.
Samenvatting
Indien sprake is van een ernstige schending van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, levert de daarin gelegen aantasting van de persoon een zelfstandige grond voor toekenning van vergoeding van immateriele schade (HR 30 okt. 1987, NJ 1988, 277).
Vergoeding van nadeel in eer en goede naam kan slechts worden toegewezen op grondslag van art. 1408 BW. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.