Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 61
Wet Bopz. Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling; geldigheidsduur; ontvankelijkheid cassatieberoep; belang.
HR 22-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK3577
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
09/04126
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK3577
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK3577, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK3577, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2009
Essentie
Wet Bopz. Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling; geldigheidsduur; ontvankelijkheid cassatieberoep; belang.
Betrokkene kan bij gebrek aan belang niet in haar cassatieberoep worden ontvangen nu de geldigheidsduur van de door de rechtbank verleende machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling is verstreken.
Partij(en)
[Betrokkene], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, advocaat: mr. G.E.M. Later,
tegen
de officier van justitie in het arrondissement Alkmaar, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie heeft op 7 juli 2009, onder overlegging van (onder meer) een ondertekende geneeskundige verklaring een verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.