Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/4.5:4.5 Begeleidende informatie uit de VUmc-folder
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/4.5
4.5 Begeleidende informatie uit de VUmc-folder
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS394408:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Omdat bovenstaande gegevens ontleend zijn aan de brochure van het VU Medisch Centrum,1 is het zinvol hieruit ook enkele opmerkingen over het traject na de geboorte te citeren.
‘Over de hechtingsrelatie tussen draagmoeder en kind is vooralsnog weinig bekend.’
‘Het onderzoek, tot dusver, toonde aan dat de hechtingsrelatie tussen foetus en moeder minder intens was bij draagmoeders dan bij vrouwen die voor zichzelf een kind wensten.’
‘Draagmoeders lijken al bij aanvang de baby te beschouwen als de baby van de wensouders.’
‘Uit onderzoek van onder andere adoptiegezinnen is al voldoende gebleken dat succesvolle hechtingsrelaties tussen moeder en kind ook gevormd worden zonder dat de moeder het kind draagt of zelfs zonder dat er een genetische band bestaat.’
‘Het belang van de ouder/kind interacties in een vroege ontwikkelingsperiode (van het geboren kind; explicatie PK) is echter wel aangetoond. Baby’s kunnen snel hun moeder onderscheiden van andere opvoeders door haar geur, de manier waarop ze de baby voedt en verzorgt.’ Aan deze opmerking wordt de conclusie verbonden dat het daarom belangrijk is om het kind zo snel mogelijk na de geboorte aan de wensouders toe te vertrouwen.
Ook wordt ingegaan op de kwaliteit van het ouderschap. Gezien de inspanningen die wensouders moeten doen om aan hun kinderwens te voldoen, ligt het voor de hand om aan te nemen dat deze kinderen ‘meer gewenst’ zijn dan een aantal kinderen in de natuurlijke situatie. Maar betekent dat dan ook dat de wensouders gemakkelijker inspelen op hun veranderde gezinssituatie of, anders gezegd, op hun overgang naar het ouderschap? In een recent follow-up onderzoek van de in het VUmc tot stand gekomen draagmoedergeboorten bleek dat de wensmoeder, in vergelijking met een controlegroep van moeders met een natuurlijk geboren kind, de overgang naar ouderschap beter had gemaakt. Afgezien van de reeds eerder vermelde expliciete kinderwens zal ook de tijdsduur die de vervulling van de kinderwens vergt, meewerken aan de betere overgang. De wensouders hebben zich allang op deze nieuwe situatie kunnen en willen voorbereiden.
Deze bevindingen komen overeen met een eerder onderzoek over de kwaliteit van de wensouder-kind-relatie.2 Vaders en moeders bleken een hoger niveau van menselijke warmte, emotionele betrokkenheid met en gehechtheid aan het kind, geboren uit een draagmoeder, te vertonen dan ouders met natuurlijk geconcipieerde kinderen.