De overeenkomst in het insolventierecht
Einde inhoudsopgave
De overeenkomst in het insolventierecht (R&P nr. InsR3) 2012/4.5.2.1:4.5.2.1 Inleiding
De overeenkomst in het insolventierecht (R&P nr. InsR3) 2012/4.5.2.1
4.5.2.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. T.T. van Zanten, datum 14-09-2012
- Datum
14-09-2012
- Auteur
mr. T.T. van Zanten
- JCDI
JCDI:ADS386823:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie BR 3 november 2006, NJ 2007, 155, m.nt. PvS (Nebula), to. 3.5, waarover in het bijzonder § 5.2.1.
Vgl. De Marez Oyens 1883, p. 88.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het feit dat de curator bij iedere overeenkomst het recht toekomt te kiezen of zij al dan niet wordt uitgevoerd, volgt niet alleen uit art. 37 Fw zelf. Het is een uitvloeisel van het feit dat het faillissement enerzijds overeenkomsten intact laat, terwijl anderzijds art. 26 Fw, althans het daarin tot uitdrukking komende beginsel van de gelijkheid van schuldeisers,1 eraan in de weg staat dat de curator tot nakoming wordt gedwongen.2 Dit brengt mee dat het keuzerecht van de curator niet per se wordt begrensd door het bepaalde in art. 37 Fw en rechtvaardigt de vraag waar de grenzen precies liggen.
In § 4.5.2.2 verken ik de grenzen van het keuzerecht ten aanzien van overeenkomsten die de schuldenaar vóór datum faillissement is aangegaan. In § 4.5.2.3 stel ik de ná die datum door de schuldenaar gesloten overeenkomsten aan de orde.