Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/185
Moord op zwangere vrouw met wie verdachte een buitenechtelijke relatie heeft in 2017 in Enschede (art. 289 Sr). 1. Bewijsklacht. Kon hof bloedsporen in auto van verdachte voor bewijs gebruiken? 2. Bewijsklacht. Heeft hof feiten en omstandigheden, die niet uit bewijsmiddelen blijken, redengevend geacht voor bewezenverklaring? 3. Bewijsklacht. Kon hof oordelen dat door verdediging aangedragen alternatief scenario (door slachtoffer ontdekte inbrekers hebben haar om het leven gebracht) onaannemelijk is? 4. Bewijsklacht voorbedachte raad. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 30-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:31
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
23/01010
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:31, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1089, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑12‑2023
Essentie
Moord op zwangere vrouw met wie verdachte een buitenechtelijke relatie heeft in 2017 in Enschede (art. 289 Sr). 1. Bewijsklacht. Kon hof bloedsporen in auto van verdachte voor bewijs gebruiken? 2. Bewijsklacht. Heeft hof feiten en omstandigheden, die niet uit bewijsmiddelen blijken, redengevend geacht voor bewezenverklaring? 3. Bewijsklacht. Kon hof oordelen dat door verdediging aangedragen alternatief scenario (door slachtoffer ontdekte inbrekers hebben haar om het leven gebracht) onaannemelijk is? 4. Bewijsklacht voorbedachte raad. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/01010
Datum 30 januari 2024 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.