RvdW 2024/186:Tussenbeschikking HR. Beklag o.g.v. art. 5 lid 1 onder 11 jo 552a Sv, beslag ex art. 94 Sv op diverse goederen onder klager en zijn vennootschap (fabrikant van chemische producten) n.a.v. rechtshulpverzoeken van Amerikaanse autoriteiten. Ontvankelijkheid cassatieberoep, gebrekkige volmacht. Voldoet volmacht van advocaat aan griffiemedewerker aan eisen van art. 450 lid 1 jo. 450 lid 3 Sv, nu in e-mailbericht van advocaat aan griffie Rb de verklaring dat advocaat bepaaldelijk is gevolmachtigd tot instellen van cassatieberoep en haar handtekening ontbreken? Schriftelijke volmacht van advocaat aan griffiemedewerker om beroep in cassatie in te stellen moet verklaring bevatten van advocaat dat hij door verdachte of klager bepaaldelijk is gevolmachtigd tot instellen van dat beroep (vgl. ECLI:NL:HR:2009:BJ7810 en ECLI:NL:HR:2010:BK2971). E-mailbericht kan als schriftelijke volmacht a.b.i. art. 450 lid 3 Sv tot instellen van beroep in cassatie worden aangemerkt als in e-mailbericht zelf volmacht is opgenomen die beantwoordt aan de hiervoor genoemde eis en die volmacht is voorzien van ondertekening door advocaat (vgl. ECLI:NL:HR:2022:909 en ECLI:NL:HR:2022:1568). Aan hiervoor genoemde voorwaarden is in deze zaak niet voldaan, nu e-mail van advocaat van klager niet (zelf of in bijlage) verklaring van advocaat bevat dat zij bepaaldelijk is gevolmachtigd tot instellen van beroep in cassatie en die e-mail ook niet door advocaat is ondertekend. Uit omstandigheid dat namens klager een cassatieschriftuur is ingediend door onder anderen dezelfde advocaat die e-mail aan griffie Rb heeft verzonden, moet worden afgeleid dat aan deze op 2 punten onvolkomen volmacht bij instellen van beroep in cassatie de wens van klager ten grondslag heeft gelegen om (op rechtsgeldige wijze) beroep in cassatie te doen instellen. Daarom leidt die onvolkomen volmacht niet tot niet-ontvankelijkverklaring in dit beroep. HR verwijst zaak naar rolzitting.