Einde inhoudsopgave
Herziene Rijnvaartakte
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1869
- Bronpublicatie:
17-10-1868, Stb. 1869, 75 (uitgifte: 31-05-1869, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-10-1868, Trb. 1955, 161 (uitgifte: 01-01-1955, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1869
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-1868, Stb. 1869, 75 (uitgifte: 31-05-1869, kamerstukken/regelingnummer: -)
07-12-1955, Trb. 1955, 161 (uitgifte: 01-01-1955, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De werkzaamheden van de Centrale Commissie bestaan:
- a)
in het onderzoeken van alle klachten, voortvloeiende uit de toepassing van dit Verdrag en uit de uitvoering van door de Regeringen van de Oeverstaten onderling vastgestelde reglementen en door hen in gemeen overleg genomen maatregelen;
- b)
in het beraadslagen over de voorstellen van de Regeringen der Oeverstaten betreffende de bloei van de Rijnvaart, in het bijzonder over die welke aanvulling of wijziging van dit Verdrag en van de in gemeen overleg vastgestelde reglementen ten doel hebben;
- c)
in het doen van uitspraak in de gevallen van bij de Commissie ingesteld hoger beroep tegen de vonnissen van de Rijnvaartrechtbanken in eerste aanleg (artikel 37).
2.
De Centrale Commissie maakt elk jaar een verslag op over de toestand van de scheepvaart op de Rijn.