Einde inhoudsopgave
Herziene Rijnvaartakte
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1869
- Bronpublicatie:
17-10-1868, Trb. 1955, 161 (uitgifte: 01-01-1955, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-10-1868, Stb. 1869, 75 (uitgifte: 31-05-1869, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1869
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-1955, Trb. 1955, 161 (uitgifte: 01-01-1955, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-10-1868, Stb. 1869, 75 (uitgifte: 31-05-1869, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De door de Rijnvaartrechtbanken in elk der Oeverstaten gewezen vonnissen kunnen in alle andere Staten ten uitvoer worden gelegd, met inachtneming van de formaliteiten, voorgeschreven bij de wetten van het land waar de tenuitvoerlegging geschiedt.
2.
De vonnissen en andere beslissingen, de oproepingen en de dagvaardingen in zaken, aanhangig voor de Rijnvaartrechtbanken, worden voor wat de betekening betreft in ieder der Staten beschouwd als afkomstig van de bevoegde macht van die Staat.
3.
Aan personen, die een bekend domicilie hebben in een der Oeverstaten, worden de oproepingen en exploiten in deze zaken aan dat domicilie gedaan.