Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/7.5.3.3
7.5.3.3 Motivering van een rechterlijke uitspraak na deskundigenadvies in lagere rechtspraak
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS447456:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Rb. Arnhem 17 november 2004, LJN AR8795; Rb. Arnhem 24 november 2004, LAT AR8774; Rb. Arnhem 19 december 2007, LAT BC1577.
Rb. Arnhem 26 januari 2005, LAT AS8648.
Hof Den Bosch 24 april 2007, LJN BB3967.
Rb. Arnhem 30 juni 2004, LJN AP1721.
Hof Den Bosch 8 april 2008, LJN BC9439.
Rb. Arnhem 29 september 2004, LJN AR3529.
Rb. Middelburg 17 december 2003, LJN A00897.
Rb. Zwolle 17 november 2004, LJN AR7016.
Rb. Leeuwarden 22 december 2004, LJN AR8400.
Rb. Rotterdam 28 november 2007, LJN BB9315.
Rb. Arnhem 5 oktober 2005, LJN AU7541.
Rb. Arnhem 7 juli 2004, LJN AQ5092.
Rb. Rotterdam 14 december 2005, S&S 2006, 132.
Zie par. 7.5.3.2.
Zoals besproken in par. 7.5.3.2, mag de rechter die overtuigd is van de juistheid van een onweersproken deskundigenadvies, in de motivering van de beslissing volstaan met de overweging dat hij een deskundigenadvies overtuigend vindt.
Hetzelfde geldt na verwerping van de bezwaren van (een) partij(en) tegen een deskundigenadvies. Desondanks worden in de lagere rechtspraak uiteenlopende bewoordingen gebruikt om de overtuiging van de rechter nader te motiveren. Soms overweegt de rechter in feitelijke instantie in de woorden van de medische tuchtrechter dat een rapport 'voldoet aan de daaraan te stellen eisen van inzichtelijkheid en consistentie,1 of 'aan de daaraan te stellen eisen van helderheid, inzichtelijkheid en consistentie'.2 Het rapport is 'goed en zorgvuldig opgesteld',3 `consistent en deugdelijk',4 'deugdelijk onderbouwd en overtuigend in de beantwoording van de gestelde vragen',5 of de antwoorden van de deskundige zijn `goed gemotiveerd en komen overtuigend voor'.6 Ook worden de conclusies van de deskundige 'voldoende duidelijk'7 of 'goed en duidelijk' geacht.8 Soms ziet de rechter geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen en conclusies van de deskundige,9 of laat de innerlijke consistentie van een deskundigenadvies volgens de rechter zelfs geen ruimte voor tegenspraak:
`De rechtbank ziet geen aanleiding voor twijfel aan de juistheid van de conclusie van de deskundige. Hierbij speelt een rol dat de conclusie van [deskundige] en de argumenten die hij aan die conclusie ten grondslag legt geen ruimte laten voor een ander oordeel. De rechtbank acht de conclusie van [deskundige] dan ook geloofwaardig en overtuigend.'10
De conclusies van een deskundigenadvies kunnen overtuigend zijn 'gezien de wijze van onderzoek en de aan die conclusies ten grondslag liggende motivering'11 of omdat een deskundige 'de juiste weg heeft gevolgd bij het in kaart brengen van de mogelijke gevolgen' van bepaalde scenario's.12 Overgenomen werd de conclusie van een deskundigenadvies die 'helder en deugdelijk onderbouwd is en de afsluiting vormt van een uitvoerig rapport dat logisch is gestructureerd'.13
De motivering van het gebruik van een deskundigenadvies loopt in de aangehaalde lagere rechtspraak dus tamelijk uiteen, ook in gevallen waarin de rechter volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad14 had mogen volstaan met de motivering dat hij overtuigd is van de zienswijze van de deskundige.