Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1111 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 22 Terugkeer van het kind krachtens het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Bronpublicatie:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Wanneer een persoon, instantie of ander orgaan die een schending van het gezagsrecht stelt, rechtstreeks of met de hulp van een centrale autoriteit een verzoek indient bij het gerecht van een lidstaat om op grond van het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980 een bevel tot terugkeer te geven van een kind jonger dan 16 jaar dat ongeoorloofd is overgebracht of wordt vastgehouden in een andere lidstaat dan de lidstaat waar het kind onmiddellijk vóór de ongeoorloofde overbrenging of vasthouding zijn gewone verblijfplaats had, zijn de artikelen 23 tot en met 29 en hoofdstuk VI van deze verordening van toepassing en vullen zij het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980 aan.