Vorderingswet
Einde inhoudsopgave
Vorderingswet:artikel 6
Vorderingswet
Artikel 6
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 15-02-1963
- Bronpublicatie:
12-12-1962, Stb. 1962, 587 (uitgifte: 01-01-1962, kamerstukken: 5348 )
- Inwerkingtreding
15-02-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-02-1963, Stb. 1963, 30 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
In vorderingsbeschikkingen kan aan daarbij aangewezen personen de verplichting worden opgelegd, om, voor zover hun dat feitelijk en rechtens mogelijk is, op de daarbij aangegeven plaats en tijd aan degene, te wiens behoeve de vordering geschiedt, de feitelijke mogelijkheid tot uitoefening van het gevorderde recht te verschaffen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.