Einde inhoudsopgave
Vorderingswet
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2006
- Redactionele toelichting
Herstel van de wijziging van 13-05-2005, Stb. 215.
- Bronpublicatie:
22-12-2005, Stb. 2006, 24 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30171)
- Inwerkingtreding
01-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2005, Stb. 2006, 24 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30171)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
1.
De vaststelling van het bedrag van de schadeloosstelling, te betalen aan rechthebbenden met wie daarover geen overeenstemming is bereikt of die niet aan het overleg hebben deelgenomen, geschiedt:
- a.
zo het betreft vordering van het eigendomsrecht op een onroerende zaak, of van een beperkt recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, telkens ongeacht of zij zijn gevorderd tezamen met andere zich daarop bevindende of daarbij behorende zaken, door de rechtbank, binnen wier rechtsgebied de betrokken onroerende zaak is gelegen;
- b.
in andere gevallen door de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de betrokken onroerende zaak is gelegen, dan wel de betrokken roerende zaak is aangetroffen of, zo de vordering niet op enige zaak betrekking heeft, door de kantonrechter van de woonplaats van degene te wiens behoeve de vordering is geschied.
2.
Indien de betrokken onroerende zaak in het rechtsgebied van meer dan één rechtbank of kantonrechter is gelegen, geschiedt de vaststelling van het bedrag van de schadeloosstelling door een dier rechtbanken of kantonrechters, ter keuze van de meest gerede partij.