Einde inhoudsopgave
Vorderingswet
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
03-03-2021, Stb. 2021, 135 (uitgifte: 17-03-2021, kamerstukken: 35256)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2021, Stb. 2021, 254 (uitgifte: 02-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
1.
2.
Zij kunnen de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden, opdragen aan daartoe schriftelijk door hen aangewezen personen.
3.
De artikelen 5:12., 5:13, 5:15 en 5:20, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde personen.
4.
Zo nodig oefenen die personen de in het eerste lid genoemde bevoegdheid uit met behulp van de sterke arm.
5.
Onze Ministers zijn bevoegd tot overeenkomstige toepassing van artikel 5:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde personen.