Einde inhoudsopgave
Vorderingswet
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
25-10-1989, Stb. 1989, 490 jo Stb. 1991, 607 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
25-10-1989, Stb. 1989, 490 jo Stb. 1991, 607 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19077 Overheid.nl: 19077)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1990, Stb. 1990, 90 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
Ingeval krachtens artikel 23 een recht tot gebruik van een onroerende zaak is gevorderd, ontstaat dit recht voor degene, te wiens behoeve de vordering is geschied, op het daarvoor in de vorderingsbeschikking te bepalen tijdstip.