Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1111 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 63 Aanhouding van de uitspraak
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Bronpublicatie:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht waarbij een verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging wordt ingediend of waarbij overeenkomstig artikel 61 of artikel 62 een beroep wordt ingesteld, kan zijn uitspraak aanhouden om een van de volgende redenen:
- a)
in de lidstaat van herkomst is een gewoon rechtsmiddel tegen de beslissing ingesteld;
- b)
de termijn voor een gewoon rechtsmiddel als bedoeld onder a) is nog niet verstreken; of
- c)
de persoon jegens wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, heeft overeenkomstig artikel 48 verzocht om intrekking van een uit hoofde van artikel 47 afgegeven certificaat.
2.
Indien de voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht de procedures aanhoudt om de in lid 1, onder b), vermelde reden, kan die autoriteit of dat gerecht de termijn vaststellen binnen welke het rechtsmiddel moet worden ingesteld.