Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1111 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 59 Verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Bronpublicatie:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Op de procedure voor het indienen van een verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging is, voor zover deze niet onder de onderhavige verordening valt, de wetgeving van de lidstaat van tenuitvoerlegging van toepassing.
2.
De verzoeker verstrekt de voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht een kopie van de beslissing alsmede, in voorkomend geval en indien mogelijk, het passende overeenkomstig artikel 36 of artikel 47 afgegeven certificaat.
3.
De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht kan zo nodig verlangen dat de verzoeker overeenkomstig artikel 91 een vertaling of transliteratie overlegt van de vertaalbare inhoud van de vrije tekstvelden van het juiste overeenkomstig artikel 36 of artikel 47 afgegeven certificaat waarin de uit te voeren verplichting wordt vermeld.
4.
De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht kan verlangen dat de verzoeker overeenkomstig artikel 91 een vertaling of transliteratie van de beslissing overlegt, indien de autoriteit of het gerecht haar/zijn werk niet kan doen zonder die vertaling of transliteratie.
5.
De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht kan vrijstelling van de overlegging van de in lid 2 bedoelde stukken verlenen als:
- a)
deze reeds in haar/zijn bezit zijn; of
- b)
de autoriteit of het gerecht het onredelijk vindt om deze van de verzoeker te eisen.
In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval kan de voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit of het gerecht de andere partij gelasten deze documenten over te leggen.
6.
De partij die om de weigering van tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing verzoekt, is niet verplicht een postadres te hebben in de lidstaat van tenuitvoerlegging. Die partij moet alleen een gemachtigde vertegenwoordiger hebben in de lidstaat van tenuitvoerlegging als een dergelijke vertegenwoordiger krachtens het recht van die lidstaat verplicht is, ongeacht de nationaliteit van de partijen.