Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 40 Beheer van en controle op financieringsinstrumenten
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2018
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 5 bis wordt toegepast vanaf 01-01-2014. De wijziging betreffende lid 4 wordt toegepast vanaf 01-01-2018. De wijziging betreffende de leden 1 t/m 3 wordt toegepast vanaf 02-08-2018.
- Bronpublicatie:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Inwerkingtreding
02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De autoriteiten die overeenkomstig artikel 124 van deze verordening en artikel 65 van de Elfpo-verordening zijn aangewezen, verrichten geen verificaties ter plaatse op het niveau van de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is, voor de door hen uitgevoerde financieringsinstrumenten.
Zij verrichten echter verificaties overeenkomstig artikel 125, lid 5, van deze verordening en controles overeenkomstig artikel 59, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 op het niveau van andere instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren in het rechtsgebied van hun respectieve lidstaat.
De EIB en andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is, bezorgen de aangewezen autoriteiten bij elke betalingsaanvraag een controleverslag. Zij dienen tevens jaarlijks bij de Commissie en de aangewezen autoriteiten een door hun externe controleurs opgesteld auditverslag in. Die verslagleggingsverplichtingen laten de in artikel 46, leden 1 en 2, van deze verordening bepaalde verslagleggingsverplichtingen, met inbegrip van die betreffende de prestaties van de financieringsinstrumenten, onverlet.
De Commissie wordt gemachtigd een uitvoeringshandeling vast te stellen met betrekking tot de modellen voor de controleverslagen en de jaarlijkse auditverslagen als bedoeld in de derde alinea van dit lid.
Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 150, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.
2.
Onverminderd artikel 127 van deze verordening en artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 verrichten de met de audit van de programma’s belaste instanties geen audits op het niveau van de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is, voor de door hen uitgevoerde financieringsinstrumenten.
De instanties die met de audit van de programma’s zijn belast, voeren audits uit van de concrete acties en van de beheers- en controlesystemen op het niveau van andere instanties die de financieringsinstrumenten in hun respectieve lidstaten uitvoeren en op het niveau van de eindontvangers mits de voorwaarden van lid 3 zijn vervuld.
De Commissie kan audits uitvoeren op het niveau van de in lid 1 bedoelde instanties wanneer zij van oordeel is dat dit noodzakelijk is om redelijke zekerheid te verkrijgen in het licht van de vastgestelde risico’s.
2 bis.
In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel gelden met betrekking tot financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder a), en artikel 39 die zijn ingesteld op grond van een vóór 2 augustus 2018 ondertekende financieringsovereenkomst, de voorschriften van dit artikel die op het moment van ondertekening van die financieringsovereenkomst van kracht zijn.
3.
De met de audit van programma's belaste instanties mogen slechts audits uitvoeren op het niveau van de eindontvanger indien zich een of meer van de navolgende situaties voordoet:
- a)
ondersteunende documenten die het bewijs leveren van de steun van het financieringsinstrument aan de eindontvangers en van het gebruik van deze steun voor de beoogde doeleinden overeenkomstig het toepasselijke recht, zijn niet beschikbaar op het niveau van de managementautoriteit of op het niveau van de organen die de financieringsinstrumenten uitvoeren;
- b)
er is bewijs dat de documenten die op het niveau van de managementautoriteit of de instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, beschikbaar zijn, geen waarheidsgetrouw en nauwkeurig beeld van de verleende steun geven.
4.
Uiterlijk op 3 november 2018 stelt de Commissie overeenkomstig artikel 149 gedelegeerde handelingen vast ter aanvulling van deze verordening met bijkomende specifieke voorschriften inzake het beheer en de controle van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder b) en c), de soorten controles die de management- en auditautoriteiten moeten uitvoeren, de regelingen voor de bewaring van bewijsstukken, en de met bewijsstukken te staven elementen.
5.
De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, zijn verantwoordelijk voor het garanderen dat de ondersteunende documenten beschikbaar zijn en leggen de eindontvangers geen verplichtingen inzake het bijhouden van gegevens op die verder gaan dan nodig is om hen in staat te stellen deze verantwoordelijkheid uit te voeren.
5 bis.
In afwijking van artikel 143, lid 4, van deze verordening en artikel 56, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 mag een overeenkomstig artikel 143, lid 2, van deze verordening of artikel 56, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 naar aanleiding van individuele onregelmatigheden ingetrokken bijdrage, bij concrete acties die financieringsinstrumenten omvatten, opnieuw voor dezelfde concrete actie worden gebruikt onder de volgende voorwaarden:
- a)
wanneer de onregelmatigheid die de aanleiding vormt voor de intrekking van de bijdrage is vastgesteld op het niveau van de eindontvanger, mag de ingetrokken bijdrage slechts opnieuw worden gebruikt voor andere eindontvangers binnen hetzelfde financieringsinstrument;
- b)
wanneer de onregelmatigheid die de aanleiding vormt voor de intrekking van de bijdrage is vastgesteld op het niveau van een financiële intermediair binnen een fonds van fondsen, mag de ingetrokken bijdrage slechts opnieuw worden gebruikt voor andere financiële intermediairs.
Wanneer de onregelmatigheid die de aanleiding vormt voor de intrekking van de bijdrage is vastgesteld op het niveau van de instantie die het fonds van fondsen uitvoert, of op het niveau van de instantie die financieringsinstrumenten via een structuur zonder fonds van fondsen uitvoert, mag de ingetrokken bijdrage niet opnieuw binnen dezelfde concrete actie worden gebruikt.
Indien een financiële correctie wordt doorgevoerd naar aanleiding van een systemische onregelmatigheid, mag de ingetrokken bijdrage niet opnieuw worden gebruikt voor door de systemische onregelmatigheid getroffen concrete acties.