Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 148 Evenredige controle van operationele programma's
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2018.
- Bronpublicatie:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Inwerkingtreding
02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Concrete acties waarvan de totale subsidiabele uitgaven niet meer dan 400 000 EUR voor het EFRO en het Cohesiefonds, 300 000 EUR voor het ESF of 200 000 EUR voor het EFMZV bedragen, worden voorafgaand aan de indiening van de rekeningen voor het boekjaar waarin de concrete actie is voltooid, onderworpen aan niet meer dan één audit, verricht door hetzij de auditautoriteit, hetzij de Commissie. Andere concrete acties worden voorafgaand aan de indiening van de rekeningen voor het boekjaar waarin de concrete actie is voltooid, onderworpen aan niet meer dan één audit per boekjaar, verricht door hetzij de auditautoriteit hetzij de Commissie. Concrete acties worden in een bepaald jaar niet meer door de Commissie of de auditautoriteit aan een audit onderworpen wanneer dat jaar reeds een audit door de Europese Rekenkamer heeft plaatsgevonden, mits de auditautoriteit of de Commissie de resultaten van die audit van de Europese Rekenkamer voor die acties voor de vervulling van hun respectieve taken kunnen gebruiken.
In afwijking van de eerste alinea kunnen concrete acties waarvan de totale subsidiabele uitgaven tussen 200 000 EUR en 400 000 EUR bedragen voor het EFRO en het Cohesiefonds, tussen 150 000 EUR en 300 000 EUR bedragen voor het ESF en tussen 100 000 en 200 000 EUR bedragen voor het EFMZV, worden onderworpen aan meer dan één audit, indien de auditautoriteit op basis van haar professionele oordeel tot de conclusie komt dat geen auditadvies op basis van statistische of niet-statistische steekproefmethoden als bedoeld in artikel 127, lid 1, kan worden afgegeven of opgesteld zonder meer dan één audit van de betrokken concrete actie uit te voeren.
2.
Voor operationele programma's waarvoor het recentste auditoordeel niet op significante tekortkomingen wijst, kan de Commissie op de eerstvolgende vergadering als bedoeld in artikel 128, lid 3, met de auditautoriteit overeenkomen minder auditwerkzaamheden te verrichten, zodat deze werkzaamheden evenredig zijn met het vastgestelde risico. In dat geval verricht de Commissie geen eigen audits ter plaatse, tenzij er aanwijzingen zijn voor tekortkomingen in het beheers- en controlesysteem die van invloed zijn op uitgaven die bij de Commissie zijn gedeclareerd in een boekjaar waarvoor de rekeningen door de Commissie zijn goedgekeurd.
3.
Voor operationele programma's waarvoor de Commissie concludeert dat het oordeel van de auditautoriteit betrouwbaar is, kan zij met de auditautoriteit overeenkomen de audits van de Commissie ter plaatse te beperken tot een audit van de werkzaamheden van de auditautoriteit, tenzij er bewijzen zijn voor tekortkomingen in het werk van de auditautoriteit voor een boekjaar waarvoor de rekeningen door de Commissie zijn goedgekeurd.
4.
De auditautoriteit en de Commissie kunnen, in weerwil van lid 1, audits voor concrete acties verrichten indien een risicobeoordeling of een audit door de Europese Rekenkamer uitwijst dat er een specifiek risico voor onregelmatigheden of fraude bestaat, wanneer er bewijzen zijn voor ernstige tekortkomingen in het doeltreffende functioneren van het beheers- en controlesysteem van het betrokken operationele programma, alsmede gedurende de in artikel 140, lid 1, bedoelde termijn. De Commissie kan om de werkzaamheden van een auditautoriteit te controleren, het controlespoor van de auditautoriteit toetsen of deelnemen aan een audit ter plaatse door de audit-autoriteit en, indien het overeenkomstig internationaal aanvaarde auditstandards nodig is om zekerheid te verkrijgen omtrent het doeltreffende functioneren van de auditautoriteit, kan de Commissie audits op concrete acties uitvoeren.