Einde inhoudsopgave
Vorderingswet
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
25-06-2009, Stb. 2009, 265 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken: 31124)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2009, Stb. 2009, 266 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
1.
In alle gevallen, waarin een recht tot gebruik van een zaak is geëindigd, is degene, voor wie dat recht als gevolg van de vordering was ontstaan, verplicht aan de eigenaar van de zaak onverwijld de feitelijke mogelijkheid tot uitoefening van het recht te verschaffen.
2.
Onze Minister die het rechtstreeks aangaat is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het eerste lid.