Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/466
Gebruik maken van een niet op haar naam gesteld reisdocument, art. 231 lid 2 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2008:BD2578 t.a.v. overschrijding van redelijke termijn in geval OM bij ex art. 366 Sv voorgeschreven betekening van verstekmededeling niet nodige voortvarendheid heeft betracht. Niet blijkt dat binnen 1 jaar na ’s hofs arrest verstekmededeling is betekend en dat OM minimaal eenmaal per jaar heeft geprobeerd alsnog verstekmededeling te betekenen. HR vermindert opgelegde gevangenisstraf met 2 weken.
HR 24-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:488
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/03409
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:488, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:79, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2020
Essentie
Gebruik maken van een niet op haar naam gesteld reisdocument, art. 231 lid 2 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2008:BD2578 t.a.v. overschrijding van redelijke termijn in geval OM bij ex art. 366 Sv voorgeschreven betekening van verstekmededeling niet nodige voortvarendheid heeft betracht. Niet blijkt dat binnen 1 jaar na ’s hofs arrest verstekmededeling is betekend en dat OM minimaal eenmaal per jaar heeft geprobeerd alsnog verstekmededeling te betekenen. HR vermindert opgelegde gevangenisstraf met 2 weken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.